Leerkrachten handleiding

Introductie + les 1

Bij de introductie vertel je aan de kinderen waar de lessen over gaan. 

Een lessenserie over de eetgewoontes binnen de 3 Geloven. Het Jodendom, De islam en Het Hindoeïsme. 

De leerlingen gaan leren welke eetregels er zijn en welke gewoontes daarbij horen. 

De leerkracht verteld eerst de algemene informatie en daarna gaan de leerlingen zelf aan de slag. 

Startvraag: Wat weten jullie al van de Islam, Het Jodendom en Het Hindoeïsme? 

 

Algemene informatie:

Er zijn veel verschillende religies in de wereld, maar drie van de grootste zijn Jodendom, Islam en Hindoeïsme. Deze religies hebben allemaal hun eigen gewoontes, verhalen en belangrijke regels. Laten we eens kijken wat ze betekenen en wat meer over deze Geloven leren.

Het Jodendom

Het Jodendom is een van de oudste Geloven die wij kennen. Het komt uit de tijd van de Bijbel. De belangrijkste boeken in het Jodendom zijn de Tenach (de joodse bijbel) en de Talmoed (die uitlegt hoe joden zich moeten gedragen).

In het Jodendom geloven mensen in één God, en ze vinden het heel belangrijk om met respect met God om te gaan. Daarom maken joden geen beelden van God, omdat Hij niet zichtbaar is. Joden hebben 10 Geboden, die hen helpen om goed te leven. Maar er zijn ook 13 leefregels die hen leren wat ze wel en niet moeten doen. Een belangrijke regel is de Sabbat. Dit is een rustdag die begint op vrijdagavond en eindigt op zaterdagavond. Joden komen op de Sabbat samen in een synagoge om te bidden en te leren.

De Islam

De Islam is een andere religie die ook in één God gelooft, en die betekent overgave aan Allah. Allah is het Arabische woord voor God. Het heilige boek van de Islam is de Koran, waarin alles staat wat Allah tegen de profeet Mohammad zei. Daarnaast zijn er ook Hadiths, dit zijn verhalen over wat de profeet Mohammad deed en zei.

Moslims moeten vijf keer per dag bidden, en dat noemen we de vijf dagelijkse gebeden. Een belangrijk ritueel is de bedevaart naar Mekka, een reis die elke moslim minstens één keer in zijn leven moet maken, als dat mogelijk is. Tijdens de maand Ramadan vasten moslims, wat betekent dat ze niet eten en drinken van zonsopgang tot zonsondergang.

Het Hindoeïsme

Het Hindoeïsme is een religie die heel oud is en uit twee verschillende geloven bestaat. In het Hindoeïsme geloven mensen in heel veel goden, en de belangrijkste zijn Brahma, de god die de wereld heeft gemaakt, Vishnu, de god die de wereld beschermt, en Shiva, de god die dingen vernietigt om ze weer nieuw te maken.

Er zijn drie verlossingswegen in het Hindoeïsme, wat betekent dat mensen verschillende manieren hebben om dichter bij hun goden te komen en geluk te vinden. Hindoes hebben ook veel feestdagen, waarop ze de goden eren en dankbaar zijn voor alles wat ze hebben.

Samenvatting

Dus, het Jodendom, de Islam en het Hindoeïsme zijn drie grote religies die allemaal hun eigen boeken, gewoonten en feestdagen hebben. In het Jodendom geloof je in één God en respecteer je de Sabbat. In de Islam bidden moslims vijf keer per dag en maken ze een belangrijke reis naar Mekka. In het Hindoeïsme geloven mensen in veel verschillende goden en vieren ze feestdagen om de goden te eren. Elk van deze religies helpt mensen om goed te leven en zich verbonden te voelen met hun geloof.

 

 

 

les 1 : 

De leerkracht gaat uitleggen wat de kinderen moeten doen. 

De kinderen gaan op de ipad/ laptop de verschillende eetgewoontes van de 3 Geloven opzoeken op google of Wikikids. 

De kinderen verdelen een A4 in 3 kolommen en schrijven in iedere kolom een ander Geloof. In iedere kolom schrijven de kinderen de informatie die zij hebben gevonden op. 

 

Check of dit lukt. 

les 2 

De leerkracht legt uit dat de kinderen op een A3 papier een woordweb gaan maken. Ieder geloof krijgt een eigen tak en hierbij schrijven zij de gevonden informatie op. Dit maken zij helemaal mooi en netjes zodat zei het in les 3 kunnen presenteren. 

Tip: Gebruik verschillende kleuren. En maak zelf al een woordspin van te voren. 

les 3 + Conclusie 

De kinderen gaan hun woordweb presenteren aan de klasgenoten. Hierbij moeten de kinderen opschrijven welke dingen er voor hun anders zijn en nieuw. Geef de kinderen een beoordeling. Tel hierbij het volgende mee. 

 

- Informatie

- Samenwerking 

- Hoe het verteld wordt. 

 

Na de presentaties bespreek je de volgende vragen met de klas. 

Begin een groepsgesprek rondom de vragen. 

 

De vragen zijn:

1.  Wat spreekt jouw aan in ieder geloof? 

2. Hoe zou jij de verschillende eetgewoontes in de Geloven omschrijven? 

3. Welk geloof spreekt jouw het meeste aan? 

 

Heeft u feedback. Mail dit naar 710365@student.inholland.nl 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb